Direct naar artikelinhoud
ColumnFrank Kalshoven

De huurmarkt: jonge huurders hebben baat bij minder rechten voor zittende huurders

De huurmarkt: jonge huurders hebben baat bij minder rechten voor zittende huurders

De gevolgen voor huurders van tweejarige huurcontracten zijn vaak sterk negatief, illustreerde de Volkskrant vorige weekeinde in een prima verhaal. De hoge huren, het gebrek aan vastigheid en een thuis, en het geregelde verhuizen eisen hun tol.

De krant reageerde in het eigen Commentaar direct op het artikel. ‘In plaats van verhuurders te plezieren, moet de aandacht (van het nieuwe kabinet, FK) weer komen te liggen bij de huurders, die meer bescherming verdienen.’ Dat lijkt me niet de beste conclusie. Laten we kijken.

Het verhaal markeerde dat vijf jaar geleden wettelijk de mogelijkheid werd geopend om huurcontracten aan te bieden voor twee jaar. Grote huizenbezitters (institutionele beleggers, zoals uw pensioenfonds, en woningcorporaties) zijn hier nauwelijks gebruik van gaan maken, schrijven de verslaggevers. Particuliere verhuurbedrijven wel, tot een derde van hun portefeuille. Van kleine huisbazen met minder dan tien woningen ontbreken gegevens. Van alle grofweg tienduizend aangeboden huurhuizen op Funda gaat het in 14 procent van de gevallen om een tijdelijk contract. Dat is een klein maar betekenisvol marktaandeel dat vijf jaar geleden niet bestond.

Weer verbieden? Kan natuurlijk, en dan zullen die 14 procent woningen weer ‘voor eeuwig’ worden verhuurd.

Waarom zou dat jammer zijn? Omdat tijdigheid van huurcontracten wel degelijk kan helpen woningmarktvraagstukken op te lossen, in het bijzonder ‘allocatieproblemen’.

Een gedachte-experiment. Laat het morgen ‘nationale verhuisdag’ zijn. Alle huishoudens pakken in en zetten hun huisraad op straat. Er is een verlicht despoot, en die wijst alle huishoudens voor de komende twee jaar een passende woning toe. Passend? Bij de werkplek, het inkomen en de samenstelling van het huishouden. De vraag is: denkt u dat er in de loop van zondag heel veel of juist heel weinig huishoudens in een andere woning terechtkomen?

Precies, dat wordt een drukke verhuiszondag. Lege-nesters gaan hun gezinswoning uit, jonge gezinnen trekken erin. Werkenden krijgen huizen in de gebieden waar veel banen zijn; inactieven, waaronder gepensioneerden, krijgen juist plek waar weinig economische activiteit is. Docenten krijgen huizen bij scholen, rijksambtenaren krijgen een plekje in Den Haag, et cetera.

Dit gedachte-experiment illustreert de gedachte dat veel mensen in objectieve zin ‘niet-passend’ gehuisvest zijn. Te klein, te perifeer, te duur – en dan kun je er zo’n lekker verhaal over schrijven. Of juist: te groot, te centraal, te goedkoop – en dan hebben de bofkonten het goed voor elkaar.

Het is goed om hierbij te bedenken dat het totaal aantal vierkante meter woning per persoon in Nederland ruim voldoende is om alle huishoudens passend te huisvesten. Er is geen absolute schaarste aan woonruimte. Er is eerst en vooral een verdelingsprobleem, of, chiquer geformuleerd, een allocatieprobleem.

Bij gebrek aan een verlicht despoot en een nationale verhuisdag (en gelukkig maar) moeten we andere dingen verzinnen om de verdeling van woonruimte ‘passender’ te krijgen. Tijdelijkheid van huurcontracten kan hierbij een belangrijke rol spelen. Maar op een andere manier dan nu.

Sinds vijf jaar zijn het vooral de nieuwe toetreders op de woningmarkt die (soms) een tijdelijk contract krijgen aangeboden. De grote verdelingswinst, echter, schuilt in het tijdelijk maken van bestaande huurcontracten. Uiteraard in het nette, met randvoorwaarden, en redelijkheid en billijkheid. Verhuurders, corporaties voorop, kunnen dan bijvoorbeeld ruimte maken voor jonge gezinnen, door lege-nesters een ‘passend’ ander aanbod te doen.

Meer huurbescherming lost het verdelingsprobleem niet op. Jonge huurders hebben er, als groep, niets aan. Wel aan ruimte maken waar dat in redelijkheid kan. Dat vereist minder of beter andere rechten voor huurders.

Frank Kalshoven is directeur van De Argumentenfabriek. Reageren? E-mail: frank@argumentenfabriek.nl.