Regiobank en dorpen Toekomstagenda

De Regiobank stelde, in samenwerking met andere partijen, een Toekomstagenda op die dinsdag wordt gepresenteerd in de Tweede Kamer.

De agenda kwam volgens de Telegraaf tot stand na een aantal dorpsberaden – de ’Nationale Dorpentop’ – in verschillende provincies, waarbij inwoners, lokale ondernemers, politici en anderen aanbevelingen formuleerden op het gebied van wonen, werken en leven.

Buurthuis, super, bibliotheek

’Signalen uit de kleine woonkernen’, waren volgens Rein Wispelweij, algemeen directeur van de Regiobank, aanleiding om te inventariseren met welke zorgen inwoners in de regio kampen. „Dan stuit je op de verschraling van publieke voorzieningen, heel praktische zaken als een supermarkt, een bibliotheek of een buurthuis, dat gaat best wel hard.”

Regiobank fysiek aanwezig

Wispelweij zegt in de Telegraaf dat ook zijn bank een rol moet spelen in het op peil houden van die voorzieningen: „Wij kunnen ons onderscheiden op het menselijk vlak, door fysiek nog aanwezig te zijn in die dorpskernen met kantoren en adviseurs. Maar ook door, bijvoorbeeld, samen met het Oranjefonds ervoor te zorgen dat er een alternatief komt voor een buslijn die was opgeheven in de kop van Noord-Holland, of door een buurtsuper die dreigde weg te gaan te helpen handhaven. Zo zijn er tientallen voorbeelden.”

Onvoldoende voorzieningen

Uit cijfers van het CBS blijkt dat bijna twee miljoen Nederlanders te kampen hebben met onvoldoende voorzieningen in de buurt. Zo’n 47 procent van de respondenten in de Nationale Dorpentop-enquête vindt dat de publieke voorzieningen in hun woonplaats de afgelopen tien jaar achteruit zijn gegaan, aldus de Telegraaf.  In Zeeland en Drenthe is dit meer dan 60 procent.