Optimale personeelssamenstelling verbetert kwaliteit verpleeghuiszorg

Een optimale personeelssamenstelling draagt bij aan de kwaliteit van zorg in verpleeghuizen. Hoe draagt het concreet bij én hoe bereik je het? Daarover vertellen Petra Schout en Janny de Munck.

Het leven van cliënten in verpleeghuizen verbeteren, dat is wat veel teams motiveert om met het onderwerp personeelssamenstelling aan de slag te gaan. Het kwaliteitskader Verpleeghuiszorg, dat beschrijft wat goede en doelmatige verpleeghuiszorg inhoudt, zette het belang van passende personeelssamenstelling hoog op de agenda. Maar hoe doe je dat?

Kwalitatief roosteren

Bij zorgorganisatie De Lange Wei in Hardinxveld-Giessendam verdiepten 2 zelfstandig werkende teams zich tijdens een tweedaagse training gezamenlijk in het thema kwalitatief roosteren. Tijdens de training dachten ze na over de samenstelling van hun ‘droomteam’ en hoe ze het rooster beter konden afstemmen op de specifieke problematiek van de bewoners. ‘Een van onze conclusies was dat we de leefplezier-assistenten – medewerkers die zijn opgeleid tot helpende niveau 2 – vaker inzetten op de momenten dat er vraag naar hen is’, vertelt hbo-verpleegkundige geriatrie en psychiatrie Janny de Munck. ‘Omdat er ‘s avonds weinig medewerkers op de groep stonden, zag je dat bewoners uit verveling vroeg naar bed gingen. Nu werken de leefplezier-assistenten vaker ‘s avonds. Omdat er meer te doen is, zien we bij de bewoners meteen minder slaapproblemen, vooral onder degenen met dementie.’

Handreiking voor verpleeghuizen

Het kwaliteitskader Verpleeghuiszorg uit 2017 heeft het thema personeelssamenstelling tot een van de speerpunten benoemd van goede en doelmatige zorg. ‘Als je nadenkt over kwaliteit, kom je altijd uit op mensen’, licht V&VN-adviseur Petra Schout toe. ‘Kwaliteit wordt gemaakt in de relatie tussen bewoners en medewerkers, en in de samenwerking tussen zorgmedewerkers, cliëntvertegenwoordigers en vrijwilligers.’ Vanuit het programma Kwaliteit van Zorg: Ondersteuning Zorginstituut gaf ZonMw het Trimbos-instituut subsidie om onderzoek te doen naar het proces binnen verpleeghuizen om tot een optimale personeelssamenstelling te komen. Daarbij werden de werkwijzen en de ervaren opbrengsten van 32 teams in verschillende zorgorganisaties gedurende een half jaar gemonitord en geanalyseerd. Beroepsorganisatie V&VN, die nauw betrokken was bij het onderzoek, voerde tegelijkertijd een pilot uit waarin een handreiking voor verpleeghuizen ontwikkeld werd, die teamleden helpt om het gesprek te voeren over een optimale teamsamenstelling.

Petra Schout
1 / 1

In het onderzoek was er niet alleen aandacht voor aantallen medewerkers en de ingezette deskundigheid. ‘Dat is één kant van de medaille’, vertelt Schout.

‘Maar een optimale personeelssamenstelling gaat ook over hóe je samenwerkt en of er vertrouwen en plezier op de werkvloer is. En over de vraag hoe je wilt aansluiten op de behoefte van bewoners, die constant verandert.’

Meer rust en meer teamwerk

De aanpak van de teams bleek sterk te verschillen, maar overeenkomsten waren er ook. Zo wordt er veel geëxperimenteerd met extra diensten of de ureninzet van bestaande diensten, met andere begin- en eindtijden van bestaande diensten en met het creëren van nieuwe rollen, zoals bijvoorbeeld woon(zorg)ondersteuner of huiskamerbegeleider. De vraag wat de nieuwe manier van werken oplevert, was lastiger te beantwoorden: daarvoor bleek het na 6 maanden nog te vroeg. Wel leken bewoners meer rust te ervaren en meer (individuele) aandacht te krijgen, ervoeren de teamleden meer rust en verbeterde  in veel teams de onderlinge samenwerking.

Ruimte voor persoonsgerichte zorg

Het zijn herkenbare opbrengsten, vindt Janny de Munck: ook in De Lange Wei blijkt de onderlinge interactie in de deelnemende teams verbeterd. ‘Tegenwoordig overlegt de roostermaker met de teamleden over hun wensen. Die worden niet altijd ingewilligd, maar alleen al het feit dat medewerkers erbij worden betrokken, is prettig. Daardoor zijn zij eerder geneigd om iets extra’s te doen.’ Daarnaast wordt bij het roosteren goed gekeken naar de individuele behoeften van bewoners. Dat betekent bijvoorbeeld een flexibeler ochtendritueel, legt De Munck uit. Waar bewoners voorheen allemaal om 7 uur gewekt werden, kunnen zij nu veel meer hun eigen tijden aanhouden. ‘Het is niet meer: we moeten iedereen om half 10 aan de koffie hebben; een uur later is ook prima. Daardoor zien we niet meer dat haastige naar binnen rennen, wassen, aankleden en weer weg. Ook als geriatrisch verpleegkundige vind ik het belangrijk dat ik nu bij het opstaan in alle rust een muziekkussen of geurtje kan inzetten, bijvoorbeeld. Die rust vertaalt zich in een afname van probleemgedrag.’

Cultuuromslag nodig

Het begin is gemaakt, maar om het vuurtje brandend te houden, is er volgens Schout een cultuuromslag nodig. ‘Zet op elk niveau in de organisatie de schouders eronder, laat medewerkers en management gezamenlijk nadenken over hoe het verder moet. Er zit genoeg kennis in de teams, maar als bestuurders zich er niet achter scharen, krijg je een initiatief niet verder.’ Ze pleit dan ook voor betrokken teams die niet alleen kennis en zeggenschap hebben, maar ook tijd voor reflectie. Want hoewel teams personeelssamenstelling een belangrijk onderwerp vinden, wordt het in moeilijke tijden snel terzijde geschoven, zoals nu met corona. ‘Ik snap dat continuïteit van zorg dan de eerste prioriteit is. Maar in organisaties waar de inspraak vanuit de teams goed geregeld is, zie je dat de aandacht voor een optimale personeelssamenstelling overeind blijft.’ Dat is ook het geval in De Lange Wei.

Portret Janny de Munck
1 / 1

‘Ik snap dat continuïteit van zorg dan de eerste prioriteit is. Maar in organisaties waar de inspraak vanuit de teams goed geregeld is, zie je dat de aandacht voor een optimale personeelssamenstelling overeind blijft.’ Dat is ook het geval in De Lange Wei.

‘Ik merk dat het bij ons steeds gebruikelijker wordt om vanuit de cliënt te denken.'

‘Hoewel het niet vanzelf gaat: het is een hardnekkige neiging om dingen te doen zoals we ze altijd gedaan hebben. Laatst was er een bewoner die graag twee avonden in het restaurant wilde eten en de resterende avonden in de huiskamer. Dat vond een collega aanvankelijk teveel gedoe voor de keuken. Toen hebben we gezegd: laten we vanuit die mevrouw denken. En nu is het toch geregeld.’